18 februari 2014

Goeie benen

Van Ma Da Gui naar Di Linh.

Ineens zijn ze er: de bergen. We zitten er middenin en er moet gelijk behoorlijk geklommen worden maar o wat is het hier mooi. We zien een beekje stromen. De bergen zijn begroeid met kokospalmen, bamboe, bananenbomen en papayabomen.
Er groeit ook nog iets dat behoorlijk woekerd met paarse bloemen. Onze botanische kennis gaat helaas niet zover dat we die plant kunnen benoemen. Een bijzonder gezicht!! Af en toe zien we bordjes staan met 10%. 'Helaas' gaat dat altijd om het stijgingspercentage. We hoeven niet veel te dalen.
Soms staat er een slagboom over de weg en moet er tol worden betaald. Deze heffing is niet van toepassing op ongemotoriseerde tweewielers. Het is te hopen dat de tolgelden ten goede komen aan het herstel van de wegen. Er is overigens geen peil te trekken op de organisatie betreffende de wegverbeteringen. Soms ligt er over een kilometer een breed, strak en glad stuk asfalt. Daarna komen we van het een op het andere moment terecht, op een stuk weg waarvan wij het idee hebben dat de vorst (!) ernstige schade heeft veroorzaakt. Enorme kuilen! Dan weer wordt er een stuk weg vernieuwd dat er redelijk tot goed bij ligt of men vult de kuilen met keien van het formaat hunebed. 
Het geld ligt hier bij tijd en wijle letterlijk op straat. Tijdens het vullen van de bidons zagen we een dollarbiljet in de berm liggen. Een 100 dollarbiljet! Bij het oprapen hadden we al snel in de gaten dat we een stuk krantenpapier in handen hadden. Dit is offergeld. Langs de kant van de weg zien we geregeld kleine altaartjes. Hierin staan vaak wat bloemen of er ligt wat fruit. Ook wordt er goudpapier en nepgeld geofferd. Een windvlaag en het geld dwarrelt over straat. 
In de dorpen is het vaak een drukte van belang. Er is altijd wel een markt 


en er is ook altijd verkeer. Vooral de buschauffeurs rijden met hoge snelheid en luid claxonnerend door de dorpjes. Snelheidsbeperking binnen de bebouwde kom is schijnbaar een 'vies' woord. 
In al deze hectiek zien we ook een oud, grijs dametje in opperste concentratie bezig voor het huisaltaartje met brandende wierookstokjes en goudgekleurd papier.
Het kan behoorlijk stinken in en rond de dorpen. Er hangt een doordringende rottingslucht van alle het vuil in de straten. Vlak na de dorpen komen de vuilverbrandingsplaatsen. Voor de fik er daadwerkelijk ingaat wordt het vuil eerst nog handmatig gescheiden. Dit gaat dan voornamelijk om de blikjes en de plastic flessen. Dit vuil ligt lang na te smeulen.


Vandaag werden we, bergop, ineens verrast met een heerlijk zoete geur. De berghelling was begroeid met bomen waaraan witte bloemen bloeiden. Een bijzondere gewaarwording.
Aan het eind van de dag, na kilometers bergop fietsen, worden de benen wel wat 'papperig'. De moraal blijft onverminderd goed!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten