10 mei 2014

Op naar Vietnam

Van Muong May naar Dien Bien Phu

De bossen bij de Langeloërduinen zijn hartstikke mooi evenals de heide op de Hoge Veluwe en het strand bij Scheveningen. De Waddeneilanden zijn prachtig net als de bevroren Ankeveenseplassen. Het stuk niemandsland, een strook van 5 km, tussen de grenspost van Laos en grenspost van Vietnam, heeft ons hart ook gestolen. Wat een mooi stukje wereld.


Voor we daar zijn aangeland hebben we wel het één en ander te verstouwen gehad. Het begin rolt moeiteloos. Dan moeten we enorm op de pedalen. Een gigantische klim waar geen eind aan lijkt te komen. Er is geen energie meer om te praten of om elkaar op iets te wijzen. De trekken op onze gezichten zijn verbeten, het zweet guts van de voorhoofden en de benen krijgen we maar moeizaam rond. 


Na 30 km staan we dan toch voor de grenspost van Laos. Een stempel, een vriendelijk 'sabadie' en we kunnen door. We besteden onze laatste 'kippen' heel toepasselijk aan een kom kippensoep. We krijgen een grote bak met behoorlijk veel vlees. Meestal heeft men de kip er net een rondje doorheen laten zwemmen. Nu hebben we bof! We kopen nog wat krachtvoer en een pot koffie en dan is alle Kip definitief op.
We fietsen door dat stuk prachtige niemandsland en komen we bij de Vietnamese grens. 


Die is potdicht. Alle slagbomen zijn naar beneden en er is (om in stijl te blijven) geen kip in het hele gebouw te bekennen. Een dame van een eettentje weet te vertellen dat men lunchpauze heeft. Het is dan 11.30 uur. We wachten, doezelen op een bankje, wachten, lezen in de reisgids, wachten, lopen nog maar eens een rondje en wachten weer. Af en toe komt er een douanier op een brommertje een slagboom openen voor werkverkeer. Met onze allervriendelijkste glimlach proberen we er achter te komen of men vandaag nog aan het werk gaat. Ja, dat wel maar men vertelt ons allemaal een ander tijdstip.
Om 13.30 uur worden we geroepen. Het schijnt allemaal nogal moeilijk te zijn. Er wordt gewezen op ons visum, er wordt gekeken naar de verschillende data, de paspoorten worden weer neergelegd, er wordt wat gebeld, men verlaat het pand, komt weer terug en men verlaat het kantoortje weer. Wij blijven heel geduldig glimlachen. Dan komt er iemand twee grote stempels in de paspoorten zetten. Wij zuchten opgelucht maar helaas de paspoorten blijven achter in het kantoor als de beambte weer verdwijnt. Dan verschijnt er iemand die onze gegevens in een groot boek noteert en dan, eindelijk, krijgen we ons reisdocument weer terug!


Om 14.15 uur fietsen we weer. We moeten nog één keer klimmen en dan mogen we dalen. Heerlijk!

Maar ...
O ja:
De wegen, van inferieure kwaliteit
O ja:
Dat verschrikkelijke getoeter
O ja:
Die typische rieten hoedjes en de rode communistische vlaggen en
O ja:
We worden weer ongegeneerd bekeken 

Toch zien we ook een aantal nieuwe dingen. In dit gebied leven de Hmongs en (let op het verschil) de H'mongs. De dames dragen een hoge knot met daaromheen muntstukken gewikkeld. Dit geeft, met de bromfietshelm op, een erg komisch gezicht.
We vinden een prima guesthouse en gaan op zoek naar een eettentje. Hoe de spelling ook is, het eten smaakt voortreffelijk.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten