Na ruim een week zitten we weer op de fiets en ... we kunnen het nog!
Om 7 uur verlaten we Phongsaly. Voor het eerst deze reis hebben we een extra laagje kleding aan.
Het uitzicht is ansichtkaart-waardig. Prachtige witte wolken tussen de ons omringende bergen. We stoppen regelmatig om te genieten en foto's te schieten. Al snel kan het extra laagje kleding uit. Het wordt, ondanks dat er af en toe flink donkere wolken verschijnen, warm. Toch moeten op een gegeven moment de regenhoezen over vier van de acht tassen. Zelf hijsen we ons in het regenjack. Na vijf minuten fietsen is het weer droog maar wij hebben de regenjassen aangehad en dus niet voor niets al die tijd meegesleept.
Op de vraag hoe het met de moraal en benen gesteld is wordt Dr. Oetker gememoreerd. Het woord 'pap' kost teveel moeite om uit te spreken. De bittere bladeren tegen maag- en darmproblemen hebben niet het gewenste succes gesorteerd. Ook 'dode' cola heeft nog niet mogen baten ... de benen zijn wiebelig. Vooral bergop is zwaar en gaat niet heel gemakkelijk. We zullen aan de pillen moeten.
Onderweg herkennen we nu de wilde kardemom met de witte bloemen op de grond. We zien de onderste omgekrulde bladeren van de bananenbomen die beschutting geven als het koud, nat en winderig is. De verschillende eetbare gele en rode, op framboos lijkende vruchtjes, groeien volop langs de kant van de weg. De bittere bladeren laten we links of rechts liggen. Helaas hebben ze op ons gestel geen invloed. We wijzen elkaar op de bladeren waarin je eten kunt roosteren en verpakken. Bananenblad werkt goed maar deze zijn nog 'sterker'. Er groeien veel varianten van de aubergine in het wild: kleine, witte eivormige - ronde, wit met groen gemarmerde - kogelronde knalgele exemplaren. Niet alle gele varianten zijn eetbaar.
Verschillende dorpjes die we passeren hebben de 'spirit sterren' van bamboe op een tak langs de weg gespijkerd. We herkennen ze en weten nu dat we te maken hebben met een dorp waarin men in geesten geloofd.
We kopen voor onderweg wat sticky rijst en karnetmizu (fonetisch). Dit hebben we tijdens een van de junglelunches gegeten en was verschrikkelijk lekker. Op een boomstam in het zonnetje eten we onze lunch en weer ... verschrikkelijk lekker.
Na 92 km komen we aan in Bountai. We hebben het in allerlei varianten gespeld zien staan. Wij doen dus idem dito. Het vinden van een guesthouse is geen sinecure. Zo bieden twee huizen een kamer plus badkamer zonder water aan. Uiteindelijk vinden we iets. De douche is de warmste die we ooit hebben gehad.
Als we naar de markt lopen breekt er een enorme bui los. We schuilen onder een golfplaten overkapping. Horen en zien vergaat ons als het begint te hagelen. Na een kleine 10 minuten is de bui overgetrokken en schijnt het zonnetje weer. Wij doen wat inkopen en slenteren terug naar ons onderkomen voor de nacht. We duiken er vroeg in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten