Andrew en Elanor, twee samenreizend Engelsen, zitten al in de tuk tuk als wij om 7 uur worden opgepikt. Zij hebben een briefje, in het Laotiaans, bij zich voor de buschauffeur. We moeten namelijk ergens in de middle of no-where uitstappen. Daar vinden we ook onze gids. Het klopt allemaal precies en dan is ons gezelschap voor de komende drie dagen compleet.
Onze trekking start op een steenslagweg maar al snel gaan we de jungle in. Er komt een groot kapmes te voorschijn en er moet letterlijk een pad gehakt worden. Onderweg horen we van alles over de verschillende vruchten, beesten en bomen. In een dorpje drinken we een kopje thee. Dit dorp 'leeft' van de theepluk.
Als we onze weg door de jungle vervolgen krijgen we te maken met bloedzuigers. Door de trillingen die wij veroorzaken komen ze te voorschijn en haken zich vast in onze kleding. Dan gaan ze op zoek naar bloed. Als ze zich hebben vol gezogen zijn het megabloedzuigers en ze laten een enorme bloederige toestand achter. Je schijnt er niets van te voelen maar het idee en die bloedende 'wond' is niet prettig. We moeten onszelf regelmatig controleren en net zo regelmatig moeten we bloedzuigers van onze sokken of broekspijpen verwijderen. Ondanks dat duurt het niet lang of ze hebben een eerste slagoffer gevonden.
Onze gids heeft een voortreffelijke lunch bij zich. Als we,op de top van een berg, een min of meer open stukje jungle bereiken worden er wat grote bladeren uit de bomen gesneden en daarop wordt sticky rijst, geroosterde stukjes eend en varkensvlees, geroosterde stukjes vlees in bananenblad en omelet neergelegd. Als 'toetje' staan er kleine nectarine-achtige vruchten op het menu. Heerlijk gegeten en een prachtig uitzicht.
Daar waar Phongsaly en omgeving om bekend staan hebben we na een paar uur al te pakken: de optrekkende wolken tussen de bergtoppen.
Dan gaan we weer verder de jungle in. We moeten een bergtop -1600 m - over voor we in de buurt van het dorp komen waar we gaan overnachten. In de nabij gelegen rivier kunnen we ons wassen. We gebruiken daarbij gevonden boomvruchten. Die moeten we openbreken en daar kunnen we ons mee wassen. Het schuimt inderdaad geweldig! Puur natuur.
We overnachten in een Akha village in het huis van het dorpshoofd. Akha mensen geloven in 'spirits'. Er is een heilige boom in ieder dorp gekenmerkt door
een ster van bamboestrookjes en er staat een 'swing' in het dorp. Die wordt maar één keer per jaar gebruikt en mag niet worden aangeraakt. De bedoeling: ?? Verder mogen we geen kinderen fotograferen. Men is bang dat we de ziel meenemen. Veel vrouwen dragen traditionele kleding. Op het hoofd zwarte kappen met veel munten en een zwarte tuniek met gekleurde boorden.
Veel jonge moeders lopen met één ontbloot borst. Twee bedekte borsten zou hun baby kwaad kunnen doen. Er is geen water in dit dorp, wel electra.
Als we 's avonds aan 'tafel' gaan krijgen we van onze gastheer lao lao. Dit is van rijst gestookte whisky Het is traditie dat gasten eerst twee glaasjes lao lao drinken. Voor die tijd komt er geen eten op tafel. Tot onze grote schrik geldt dit ook bij het ontbijt. Twee glaasjes lao lao voor de ochtendrijst op tafel komt. Je moet alles een keer hebben meegemaakt maar om 7 uur aan de lao lao ...
Onze gastheer en de gids slurpen en smakken zich door de maaltijd heen. Af en toe laten ze een dikke boer. Het klinkt ons redelijk onsmakelijk in de oren. Hier kijkt men er niet van op of om. Tijdens de maaltijd blijft de lao lao rijkelijk vloeien. Iedere keer weer worden de glaasjes gevuld en wordt er geklonken: si batho
Een andere uiting van gastvrijheid is de Akha massage. We genieten beide dagen van deze drukpunten massage op benen en rug.
Ook dag twee is een volledige dag in de jungle. We eten vruchten uit de bomen en zoeken paddestoelen; oorschelpzwammen. Ook nu nemen we een duik in de rivier. Omstreeks de middag komen we in een dorp langs de weg uit. Er komt een tak tak (geen spelfout) om ons een stuk verder te brengen. Dit is een trekkertje met een heel lang stuur. Op de markt doet onze gids lunch inkopen. Dan gaat het verder de jungle in. Tussen al het exotische groen vinden we ineens tamme kastanjes. We zien ontzettend grote vlinders, een aantal kameleons, een slang en we slingeren aan lianen.
Als we over de bergen aankomen lopen hebben we een prachtige uitzicht op ons tweede overnachtingsadres, opnieuw een Akha village. Dit dorp is veel kleiner, ziet er netter uit maar is veel armer dan het vorige dorp. De huizen in dit dorp zijn geen paalwoningen maar staan op de grond. Als wij van bovenaf op het dorpje neerkijken, met het zonnetje erop, ziet dit dorp er romantisch uit: gevlochten bananenbladeren op de daken, ossen, varkens, kippen en honden die wat rondscharrelen, wat buffels voor sommige huizen. Een plaatje.
De volgende morgen, na een nacht met gigantische onweersbuien, bliksem en regen, denken we daar anders over. Eén grote modderpoel.
We slapen in een huisje speciaal voor gasten gebouwd. We eten in een gezin. De vrouw des huize is 36 jaar en heeft 6 kinderen, we zien dan nummer 7 op komst is. Haar oudste dochter van 16 jaar heeft één kindje.
Ook hier moeten we voor het eten aan de lao lao en ook hier eten we verschrikkelijk lekker! De paddestoelen uit de jungle smaken heerlijk. Ze zien er niet uit als we ze van verrotte boomstammen plukken maar gebakken zijn we zeer smakelijk! Andrew is, na het eten van de paddestoelen, 'bang' dat wij vannacht veel 'spirits' gaan beleven.
Dag drie brengt ons niet zo erg diep de jungle meer in. Net als de voorgaande dagen hebben we erg veel last van de bloedzuigers. Ze schijnen in grote getalle te voorschijn te komen bij vochtig weer. De jungle is bijna altijd vochtig dus ...
Er zijn wat maagproblemen. De gids geeft ons bladeren te eten die erger zouden moeten voorkomen. In het kader van baat het niet, het schaadt waarschijnlijk ook niet, werken we ons door het bitter smakende struweel heen.
Dan komen we weer meer in de bewoonde wereld en lopen we langs de rijstvelden. Men is druk bezig deze klaar te maken: er wordt geploegd en de velden komen onder water te staan. Een aantal bedden is al volgezaaid en heeft een licht groene waas. Over een week kunnen de jonge rijstplanten worden geoogst en worden ze geplant in de natte velden.
Onze route zou door een aantal dorpjes lopen maar bij het eerste dorp hangt een groot touw over de weg en een bordje erbij dat het dorp gesloten is vanwege een ceremonie. Er blijken vandaag 7 dorpen in de omgeving niet toegankelijk te zijn. De begraafplaats krijgt een andere locatie en dat gaat gepaard met veel ceremoniële rituelen. We moeten omlopen. We gaan dwars door thee- en koffieplantages, over rijstvelddammetjes en door net aangeplant suikerriet. We komen weer voor een touw over de weg. We krijgen toestemming te passeren omdat er geen andere mogelijkheden voor ons zijn maar pas nadat er veel heen en weer is gebeld.
Dan komen we in Boun Neua aan en zit ons trekking erop. We eten nog een laatste keer met elkaar: buffelvlees. Erg lekker!
We zijn veel ervaringen rijker. Ondanks dat we eigenlijk niet voldoende zijn uitgerust voor een dergelijk avontuur (niet het juiste schoeisel en geen rugzak) hadden we dit voor geen goud willen missen. We komen tot de conclusie dat wij waarschijnlijk nog geen twee weken op deze manier zouden kunnen leven. We zijn gewoon niet 'hard' genoeg. Wat kennen deze mensen een ander leven. Men slaapt op rieten mandjes op aangestampte grond. Er zijn nauwelijks sanitaire voorzieningen. Er is één gemeenschappelijke pomp waar men zich kan wassen maar er is geen privacy. Je wast je of in je onderbroekie of met een sarong om. Het water is ijs- en ijskoud. In de droge periode niet al te erg maar in het regenseizoen lijkt ons dat echt geen pretje. Er moet hard worden gewerkt: water halen, hout sprokkelen, land bewerken.
Ons 'laatste' dorp is alleen via een junglepad bereikbaar. Wij hebben er 4 uur over gelopen. Dus natuurlijk eet je uit de jungle en natuurlijk eet je alles wat loopt, kruipt of vliegt. Boodschappen doen is bijna geen optie en beslist geen pretje. Vier uur heen en vier uur terug en dan de boodschappen met een juk naar boven sjouwen.
Toch leeft men volgens de uitspraak 'bo pi an' - geen probleem!
Wij genieten, terug in ons guesthouse, van de warme douche en opnieuw deze vakantie voelen we ons enorm bevoorrechte mensen!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten