22 maart 2014

Westbank Mekongriver

Van Champasak naar ...(?) ... richting Don Kong

Om 6.15 uur vertrekken we. We hebben dan al extra water ingeslagen en alle onderdelen van de fiets staan dik in de olie.
Het rommelt wat in de lucht en net als wij de geasfalteerde weg verlaten vallen er enkele druppels. Het ziet er niet echt dreigend uit maar we besluiten toch de regenzakken over de fietstassen te doen. We schuilen even onder een mangoboom, maken een praatje met iemand die Engels van de nonnen heeft geleerd, groeten Jan en alleman en dan gaan we weer. Het zonnetje schijnt, de lucht is blauw, de temperatuur heerlijk en we zitten weer lekker op de fiets.
Het is een geweldige route die we fietsen. Over stof paden en stof paadjes, door hele kleine stoffige dorpjes, dan weer opeens door een iets groter maar wederom zeer stoffig dorp. 


We nemen het vandaag niet zo nauw betreffende onze eigen 'regeltjes' als we om 8 uur op een mooi, schoon terrasje aan de Mekong bij een oud mannetje een kopje oploskoffie drinken. Natuurlijk 3 in 1: koffie, melk en suiker. Hij vertelt een heel verhaal over z'n kleinkind. Dat is tenminsten wat wij er van maken. Wij vertellen hem dat we een geweldige reis maken. Aan beide kanten wordt er instemmend geknikt. We betalen 20 eurocent en krijgen een handdruk toe. Prachtig. 


We vervolgen onze route en proberen zo dicht mogelijk langs de Mekong te blijven fietsen. We zien verschillende vrouwen langs de weg zitten met een rieten mandje sticky rijst. Zij wachten tot de monniken met hun bedelnappen langs komen. Een mooi gezicht. De vrouwen op hun knieën, de handpalmen tegen elkaar op ooghoogte en de monniken die een prevelementje houden. 
Af en toe moet er een zijarm worden overgestoken.
De bruggetjes zijn soms van staal, soms van hout en soms zijn het touwbruggen van bamboe. 




Regelmatig ligt er een plank los of er ontbreekt er een. Lang niet alle spijkers zijn tot de kop in het hout geslagen en ook mist regelmatig de leuning. Kortom, het oversteken van een zijarm is bij tijd en wijle een hachelijke onderneming. 


Aan alle kanten horen we eerst een langgerekt oooooooo en dan sabadieeee. Veel gelach, veel gezwaai en de kleinste kinderen rennen naar de weg voor een high five of voor oogcontact. Als we stoppen om een foto te nemen loopt het dorpje uit. Zeker als we aan het meest verlegen jongetje vragen of hij een foto met onze camera van ons wil nemen. Camera om de nek, instructies: knip maar raak op dit knopje en dan fietsen wij bij hem vandaan. Je ziet het mannetje groeien. 


De dames knijpen eens in onze armen en aaien over onze benen. De hoofden worden geschud en er volgt een heel verhaal. Wij knikken begrijpend en antwoorden dat we het helemaal met ze eens eens. Dan wijzen we in de richting van waaruit we komen en zeggen Champasak en dan wijzen we waar we naar toe gaan met de woorden Don Kong. Dat vindt men geweldig. Dat wordt begrepen. Ze knikken, we gaan de goede kant op of dat is wat wij er van maken. We zwaaien nog een keer en fietsen of hobbelen eigenlijk verder.
We drinken nog een kopje koffie, eten een bord fruit en bestellen een pannenkoek voor tussen de middag. Die laatsten gaan in plastic bakjes mee.
We komen tot de conclusie dat de route die we fietsen misschien wel de mooiste van de hele reis, tot nu toe, is. Alhoewel, naar Dalat was ook mooi ... en dat hele kleine paadje door de rijstvelden ... en de Wolkenpas ... en ...
We komen langs allerlei scholen. Men kent hier vast geen registratie handelingsplannen, rugzakleerlingen of inspectiebezoek. Soms bestaat het lokaal maar uit drie muren. We mogen foto's maken. Een hoog giechelgehalte! 



Sommige kinderen schrikken van onze verschijning en durven nauwelijks te passeren. Als wij lachen, zwaaien en knikken komen ze toch maar weer te voorschijn.
Na 60 km fietsen, we zijn inmiddels rood harig en dragen dito kleding passeren we een guesthouse, annex restaurant, annex nachtclub. We gaan eens kijken. Een varkenshokje, geen douche en daar zijn we nu net zo hard aan toe en hartstikke duur. Hoe durven ze het te vragen. Hier hoeven de koppen niet voor bij elkaar: doorfietsen. Zomaar opeens fietsen we tegen een tweede guesthouse aan met warme douche en een bijpassende prijs. Het water moet eerst alleen nog wel even opgepompt worden. We kijken elkaar aan 'zou het wat worden?' maar inderdaad na een minuut of wat stroomt er heerlijk warm water uit de kraan en krijgen wij onze natuurlijke kleur terug.
Wat een prachtige dag!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten