Na een aanloop van 17 km begon de klim van de Wolkenpas of Hai Van. Een niet eens zo hele lange klim - 10 km - maar wel een behoorlijk pittige klim. We komen voor het eerst, in hun afdaling, een groep Vietnamese wielrenners tegen. We oogsten bewondering: grootste handgebaren, dikke duimen en aanmoedigingen. Al die veren geven vanzelf vleugels! Daarbij, we zullen wel moeten! Er is sinds kort een tunnel door de berg. Fietsen en tunnels en zeker tunnels van ruim 6 km, zijn geen goede combinatie. Je bent je leven niet zeker.
Boven drinken we een lekker kopje koffie.
De Wolkenpas heeft z'n naam te danken aan het feit dat de top vaak, tot heel vaak, in de wolken ligt. Onderweg worden we daar ook voor gewaarschuwd.
Wij boffen. Geen wolkje aan de hemel maar wel erg heiig. De afdaling is een cadeautje.
We fietsen soms langs de zee en soms langs diepe zeeinhammen. Het landschap is mooi en erg afwisselend.
Al liggen er wel een aantal bergen heel akelig in de weg. Helaas moeten we daar overheen en voert de route ons er niet langs.
We zien onderweg nog een vrachtwagen vol heel veel honden in kleine kooitjes. We kunnen wel raden wat er met deze honden gaat gebeuren.
Een raar idee! We zien ook vrachtwagens vol varkens of busjes waarbij de lading bestaat uit kippen die met de poten aan elkaar gebonden boven op het dak worden vervoerd. Toch werkt dat minder door.
De laatste 30 km wordt het weer behoorlijk druk. Veel bussen, veel vrachtverkeer en veel getoeter. Het aantal decibel dat deze voertuigen uitbraken ligt ver boven de door de ARBO vastgestelde norm.
We komen langzaam aan weer in de stadse omgeving.
We zien regelmatig mensen die een vuurtje stoken in de goot. In eerste instantie denken we dat het gaat om het verbranden van vuil. Later krijgen we in de gaten dat het offers zijn. Mooi gekleurd papier, nepgeld, een handje vol snoepjes, een hand vol rijst maar ook sigaretten en flesjes water gaan in de hens. Er wordt sowieso veel geofferd. Voor de winkeltjes wordt tussen twee oude bakstenen een chrysant gestoken. Bij de stam van een boom gloeien een paar stokjes wierook en op de stoep staan flesjes water. Tja, 's lands wijs, 's lands eer.
Het eerste hotel dat we tegen komen, vlak voor 'de oude stad', wordt ons onderkomen. Lakens, warme douche en een balkon. Dat laatste is vooral prettig om ons wasje te kunnen drogen.
We drinken in het laatste zonnetje een koud biertje, dat door de jongste bediende snel, op de fiets, ergens anders vandaan wordt gehaald en nemen een lekker ijsje.
Weer een geweldige dag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten