We hebben zaterdag de boot genomen van Battambang naar Siem Reap over de Sangker rivier. Een acht uur durend lesje 'dankbaarheid'.
Of je wiegje nu een 'stijfselkissie' was of een familiestuk bekleed met prachtig kant, het feit dat ie in Nederland stond/staat is een groot geluk.
Natuurlijk weten we dat veel mensen het minder hebben. Tv beelden met ellende, oorlog en honger bevestigen dat dagelijks. Het was een cultuurshock!
De tocht voerde langs drijvende dorpen en vissershuisjes. Je woont waar je werkt. Maar wonen .... vier palen, een stuk golfplaat en wat plastic.
Kleine kinderen baggerend in de klei vlak naast de rivier. Iemand die de was doet. Een ander die toilet maakt en vlak daarnaast iemand die toiletteert.
De mensen leven van de visvangst. Vanaf smalle, ranke bootjes gooien de vissers hun netten uit. Weggegooide plastic waterflesjes fungeren als drijvers. Ook wordt er gevist met enorme bamboe constructies waaraan mega kruisnetten hangen.
Een manier van vissen, die wij nog nooit eerder hadden gezien, was een gevlochten bamboe 'kooi' waarin allemaal takken waren gestoken. Dit geheel wordt na enige tijd met man en macht, waarbij men tot aan de nek in het water staat, weer naar boven getild.
We schrokken van de enorme hoeveelheid plastic langs de rivierkanten. Wat een troep en bijna niet afbreekbaar. Wij kopen vanaf nu geen nieuwe flesjes water maar vragen om een 'refill'.
De drijvende dorpen was iets minder confronterend. Maar een manier van leven waar wij ons geen voorstelling van kunnen maken. Een heel leven dat zich alleen maar afspeelt op een aantal vierkante meter en het water. De kinderen hebben geen veldje waar ze een balletje kunnen trappen, waar geknikkerd of touwtje gesprongen kan worden. Er is alleen dat smalle bootje! Drijvende winkels, drijvende scholen en zelfs drijvende varkenshokken!
Aan het eind van de tocht kregen we te maken met de zgn drijvende tuinen. Enorme pollen waterlelies en waterhyacinten. Onze boot moest er een aantal keer met flinke gang doorheen en daarna moest de schroef schoongemaakt.
Stil van alle indrukken fietsten we het laatste stuk naar Siem Reap.
De dag ervoor hadden we een guesthouse kunnen reserveren. De eerste keer dat dit mogelijk was! We komen in toeristische oorden. Het zou toch enorm jammer zijn als er voor ons geen plaats in de herberg zou zijn en dat we daardoor de een na grootste toeristische attractie van Cambodja zouden moeten missen: Angkor Wat.
Zondag hebben we Siem Reap verkend: the old market, Wat Bo en het koninklijk paleis.
Verder hebben we de bus terminal gezocht en uiteindelijk ook gevonden. Het busvervoer is hier heel anders geregeld dan wij gewend zijn. Allerlei touroperators verkopen busreizen. Dit is dan inclusief een pick-up vanaf je hostel. Dat werkt in ons geval met de fietsen niet echt. Je kunt ook een kaartje bij de buschauffeur kopen maar ja dan moet je wel weten waarvandaan de bus vertrekt. Is nu geregeld.
Wij willen met de bus naar Phnom Penn. De meer dan 300 km lange te overbruggen afstand is niet echt interessant en alleen maar langs de highway. Daarbij komt dat er (bijna) geen slaapplaatsen te vinden zijn.
Aan het eind van de dag hebben we tickets geregeld voor Angkor Wat. Toen heel snel naar Phnom Bakheng. Dit complex ligt op een berg en vanaf daar zou de zonsondergang meer dan magnifiek zijn. Inderdaad. De zon ging prachtig onder.
Maandag stond de wekker op 5 uur. Samen met vele anderen genoten van de zonsopkomst bij Angkor Wat.
Daarna de verschillende tempels bekeken: Angor Wat, Angkor Thom, Bayon en Ta Phrum.
Wat een schitterende gebouwen moeten dat ooit geweest zijn. Je komt ogen tekort. Enorme tempel complexen met prachtige reliëfen, beelden en zuilen. Bij een van de tempels Ta Phrum heeft de natuur de regie in handen genomen. Grote bomen met enorme wortelvertakkingen nemen bezit van deze tempel.
Indrukwekkend! En daar mogen en kunnen wij zomaar wat tussendoor fietsen!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten